3) Messen beschrijven een gelijke diameter
De messen op de schaafkop dienen een gelijke diameter te beschrijven. Indien dat niet zo is, dan zal het mes met het verst uitstekende snijvlak meer snijwerk voor zijn rekening nemen dan de andere messen en dus ook sneller bot worden. Ook kan dat zorgen voor onregelmatigheden in het schaafbeeld. De techniek van de hydro-opspanning of de conische opspanning verhelpt dit probleem al voor een groot stuk, maar wie echt wil dat alle messen op de schaafkop in gelijke mate snijden, moet bijkomend nog eens gaan werken met een jointsysteem.
Jointen
Jointen houdt in dat men op de machine een slijpsysteem voorziet dat de messen voortdurend op de correcte diameter houdt. Op die manier kan men het aantal werkelijk snijdende messen verhogen. Dat biedt als belangrijkste voordeel dat men bij grotere doorvoersnelheden een gelijke kwaliteit kan behouden.
Slijpen op de schaafkoppen
De mogelijkheid bestaat ook om (in de slijperij) de messen te slijpen terwijl ze op de schaafkop zitten. Zo staan ze ook perfect in rondloop.
Aandachtspunt
De jointfase, ofwel de breedte van het mesoppervlak dat rechtstreeks in contact komt te staan met de jointsteen, mag bij zacht hout niet groter zijn dan 0,5 mm en bij hardhout niet groter dan 0,7 mm.




