VLOTTE WORKFLOW BESTENDIGEN MET CAD/CAM
Uiteraard is het van cruciaal belang dat de werkvoorbereider zo vlot mogelijk kan werken. Besteed daarom voldoende aandacht aan het structureren van de workflow bij het ontwerpen. Stelt u zich een boomstructuur voor waarbij de werkvoorbereider telkens voor bepaalde keuzes gesteld wordt, naarmate hij hoger in de boom opklimt. Aan de basis moet hij beslissen welke stijl van keuken hij wil produceren. Wordt het een landelijke keuken? Een moderne, strakke, greeploze keuken? Of toch maar een trendy, glossy keuken? Het aantal mogelijkheden hangt af van het aantal stijlen dat u aanbiedt aan uw eindklanten. Binnen elk van die stijlen heeft de werkvoorbereider vervolgens de mogelijkheid om bepaalde sjablonen of kasttypes in het project te importeren. Vervolgens kan hij het project verder verfijnen op een globaal niveau, bijvoorbeeld door het aanpassen van het materiaal waaruit alle corpussen gemaakt zijn of door het wijzigen van het type beslag dat gebruikt wordt. Tot slot brengt hij de wijzigingen op lokaal niveau aan, bijvoorbeeld door in één bepaalde onderkast een extra legger te voorzien. Om makkelijker te kunnen ontwerpen, dient het sjabloon dus zó opgesteld te zijn dat de werkvoorbereider vlot van globaal naar lokaal, van algemeen naar specifiek kan werken, zonder dat er ongewenste zaken met het ontwerp gebeuren.
HOE IS EEN SJABLOON OPGEBOUWD?
Indien we ons houden aan het voorbeeld van een keukenbouwer, welke informatie moet er dan aanwezig zijn binnen een sjabloon? M.a.w., wat moeten we allemaal weten over een bepaald kasttype? Hieronder alvast een aanzet.
alle mogelijke informatie is reeds aanwezig
- Namen: uit welke onderdelen bestaat de kast en hoe duiden we die onderdelen aan? Zo kan 'ZL' staan voor 'Zijde Links', 'BOD' voor 'Bodem', 'RUG' voor 'Rug' ... Alle onderdelen krijgen bovendien een standaardafmeting mee.
- Materiaal: het is aan te raden om hier enkel de dikte en de functie aan te duiden (bv. 08RUG, 18KORPUS, 18LEG). De kleur en het materiaal worden dan per project toegewezen (zie paragraaf 'Zoeken en Vervangen').
- Afplakstijlen: welke kanten worden afgeplakt en wat is de precieze afplakvolgorde per onderdeel? Dit laatste wordt doorgaans ook gevisualiseerd op het barcode-etiket van het onderdeel. Dit maakt het een stuk makkelijker voor de bediener van de kantenlijmer.
- Beslag: welke types beslag worden gebruikt voor de kast? Hier wordt het type scharnieren, demping, grepen ... gedefinieerd.
- (Rij)boringen: hier gaat het zowel over de diameter van de boringen als over de positionering ervan op de diverse onderdelen.
- Verbindingen: hoe zijn de verschillende onderdelen met elkaar verbonden? Definieer deze volgens type: bv. 'Schroef', 'Veer', 'Lamello'...
- Parameters: bij elk sjabloon zult u bepaalde eigenschappen 'parametriseerbaar' moeten maken. Dit betekent concreet dat u ze op globaal niveau moet kunnen wijzigen. Afmetingen zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Verhogen we een onderkast, dan dienen alle onderkasten mee te verhogen. Of indien we het type beslag aanpassen, hebben we graag dat dit automatisch ook voor de andere kasten in de keuken gebeurt. Uiteraard blijft het mogelijk om wijzigingen enkel op lokaal niveau door te voeren. Dan volstaat het om een bepaalde eigenschap los te koppelen van het globale niveau. Tot slot zijn er ook heel wat zaken die niet 'parametriseerbaar' hoeven te zijn, zoals de grootte van de nissen voor inbouwtoestellen: het is immers niet omdat we de hoogte van een kolomkast aanpassen, dat we ook de grootte van de nis gewijzigd willen zien.
- CAM-instellingen: hoe produceren we een bepaald onderdeel? Welke machines en welke gereedschappen? Hoe diep moet er geboord worden? Welke freesbanen definiëren we voor het maken van een infrezing in de fronten?
- Formules en condities: zie desbetreffende paragraaf voor meer info.
U merkt dat er voor de productie van een eenvoudig keukenkastje enorm veel info nodig is. Het opbouwen van een sjabloon neemt dan ook erg veel tijd in beslag. Zodra er één typekast is opgebouwd, verloopt het maken van de andere typekasten echter steeds vlotter. Tip: creëer liever een sjabloon te veel dan te weinig. Zo is het handig om een apart sjabloon te hebben voor een links opendraaiende en een rechts opendraaiende kast. Zo vermijdt u tijdverlies en reduceert u ook het risico op fouten tijdens het uittekenen van specifieke projecten.
ZOEKEN EN VERVANGEN
Het wijzigen van bepaalde zaken binnen een project gebeurt op basis van de 'Zoeken en Vervangen'-functie. Deze functie vindt u ook in een tekstverwerkingsprogramma terug: zo is het vrij eenvoudig om met één druk op de knop doorheen de volledige tekst 'de' door 'het' te vervangen. Hetzelfde principe geldt ook binnen een CAD/CAM-programma. Wie binnen een keuken de rug van elke kast uitzonderlijk 18 mm dik wil maken i.p.v. de standaard 8 mm, zoekt gewoon naar alle onderdelen met de benaming '08RUG' en vervangt die door het onderdeel '18RUG'. Binnen een sjabloon zullen de onderdelen doorgaans enkel een dikte hebben. Het materiaal en de kleur moeten dan per specifiek project toegewezen worden aan de verschillende onderdelen. Dit gebeurt meestal op globaal niveau, d.w.z. voor de gehele keuken. Wil de werkvoorbereider bijvoorbeeld het materiaal en de kleur van alle fronten in de keuken definiëren, dan laat hij het programma zoeken naar alle onderdelen '18FRONT' en vervangt hij deze door bijvoorbeeld 'LAM18EIK' (laminaat met eiken structuur), op voorwaarde uiteraard dat deze bouwsteen aanwezig is in de materiaallijst van de bibliotheek. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om binnen het project slechts één of een paar fronten aan te passen. In dat geval zult u de betrokken fronten moeten selecteren en deze lokaal configureren.

